De RI&E als basis voor een veilige werkvloer
Bij NIBHV besteden we graag aandacht aan de samenhang tussen de risico-inventarisatie en -evaluatie( RI&E) en veiligheid op de werkvloer. De verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) blijkt een goed startpunt voor elke werkgever die serieus werk wil maken van veiligheid op de werkvloer. Maar hoe kun je in zes stappen komen van RI&E tot een stabiele bhv- of bedrijfsnoodorganisatie?
Sinds 1 januari 1994 is de RI&E verplicht voor alle werkgevers. Om te komen tot een veilige werkvloer, zul je immers éérst goed zicht moeten hebben op de specifieke risico’s die zich bij de uitvoering van het werk kunnen voordoen. Afgelopen jaar werden de boetes voor het ontbreken van de RI&E zelfs flink verhoogd.
Goed zicht op risico’s
Bij de RI&E draait alles om het identificeren van de risico’s die jouw medewerkers lopen bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Van daaruit kun je in meerdere stappen komen tot een stabiele bhv- of bedrijfsnoodorganisatie (bno, voor bedrijven en organisaties met een verhoogd risico).
Zes stappen
De volgende illustratie laat zien hoe je als werkgever in zes stappen vanuit de RI&E kunt komen tot een effectieve bhv- of bedrijfsnoodorganisatie:
Cyclisch proces : PDCA
Dit alles is een cyclisch proces. Voor de hele bedrijfsnoodorganisatie geldt dat na implementatie voortdurend monitoring, evaluatie en bijstelling nodig zijn, om ervoor te zorgen dat de organisatie continu up-to-date is en is afgestemd op het actuele risicoprofiel van het bedrijf.
De ‘plan-do-check-act cyclus’ (afbeelding) is hierdoor een goede verbetermethode.
Plan: in deze stap wordt een plan opgesteld waarin de resultaten duidelijk beschreven staan. Met SMART geformuleerde doelstellingen, randvoorwaarden en beschikbare middelen.
Do: in deze stap gaat het om de uitvoering en realisatie van het goedgekeurde plan. Tijdens de uitvoering worden de activiteiten en prestaties continu geregistreerd en beoordeeld.
Check: in deze stap worden de behaalde resultaten vergeleken met de resultaten die de organisatie voor ogen had. De verschillen worden geëvalueerd en de oorzaken van mogelijke verschillen worden opgespoord.
Act: in deze stap wordt na de ontdekking van resultaatverschillen door het management bijgestuurd. Het management neemt maatregelen om de geplande resultaten alsnog te behalen.
Stap 1: RI&E
Het opzetten van een adequate bhv- of bedrijfsnoodorganisatie begint met het in kaart brengen van de risico’s binnen jouw organisatie. Dit doe je zoals gezegd aan de hand van de risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E) en een daaruit voortvloeiend plan van aanpak.
Stap 2: bepalen van de restrisico’s
Heb je goed zicht op de risico’s die binnen jouw organisatie kunnen voorkomen? Dan ga je aan de slag met de zogenoemde restrisico’s; risico’s die altijd kunnen optreden en die je niet kunt voorkomen met reguliere risico-beperkende maatregelen. Voorbeelden: ongevallen (met bijvoorbeeld kneuzingen of snij- of brandwonden tot gevolg), brand, en externe dreigingen (zoals een overstroming, explosie of brand in nabije omgeving).Ook kijk je in deze stap naar de ‘maatgevende factoren’, zoals de aard, grootte en complexiteit van het gebouw, het aantal aanwezigen, en hun mate van zelfredzaamheid. Deze factoren bepalen mede hoe je bhv- of bedrijfsnoodorganisatie eruit zien.
Stap 3: bepalen van de incidentscenario’s
Heb je zicht op alle risico’s en maatgevende factoren? Dan kun je verder gaan met het bepalen van de incidentscenario’s: beschrijvingen van incidenten die binnen jouw organisatie zouden kúnnen plaatsvinden. Je beschrijft het verloop van het incident met daarin als belangrijke factoren de menskenmerken, gebouwkenmerken, omgevingskenmerken, brandkenmerken en indicatoren, brand- en rookverloop, inzetkenmerken van bhv en hulpdiensten.
Lees ook het kennisdocument Bewust omgaan met (brand)risico’s en informatie over de online nascholingsmodule Bewust omgaan met brandrisico’s (BOBR).
Stap 4: bepalen van de bhv- of bedrijfsnoodorganisatie
Heb je zicht op alle risico’s en op de bijbehorende incidentscenario’s? Dan is het tijd voor de volgende stap: het bepalen van de bhv- of bedrijfsnoodorganisatie die nodig is om de gevolgen van de verschillende incidentscenario’s te beperken en/of te bestrijden. In deze stap kijk je onder meer naar de specifieke taken van je interne hulpverleners, naar de benodigde hulpmiddelen, en naar de procedures voor alarmering, inzet en nazorg.
Stap 5: opleiden van de bhv- of bedrijfsnoodorganisatie
Heb je bepaald wat jouw bhv- of bedrijfsnoodorganisatie moet kunnen? En hoe dat moet gebeuren? Dan kun je bepalen welke veiligheidscursussen je interne hulpverleners moeten volgen. Maatwerk is daarbij het uitgangspunt: de incidentscenario’s van jouw organisatie bepalen wat je interne hulpverleners moeten leren.
Stap 6: oefenen van de bhv- of bedrijfsnoodorganisatie
Om in noodsituaties (waarbij zelfs sprake kan zijn van levensbedreigende situaties) snel en goed op te kunnen treden, moeten de competenties van je interne hulpverleners voortdurend op peil blijven. Dat betekent dat er regelmatig moet worden geoefend met de verschillende incidentscenario’s.
Lees meer
Wil je meer weten over hoe je, vanuit de RI&E, komt tot een stabiele bhv- of bedrijfsnoodorganisatie? Lees dan verder in twee handige documenten die NIBHV recent ontwikkelde: de Werkwijzer BNO en de Wegwijzer BHV.
In deze documenten beschrijven we de hierboven genoemde stappen uitgebreid. Aan de hand daarvan kun je bepalen welke incidenten er binnen je organisatie kunnen voorkomen. En hoe je als werkgever passende interne hulpverlening kunt organiseren.
Andere handige documenten zijn de recent verschenen SER Handreiking arbomaatregelen bedrijfshulpverlening en het kennisdocument Bewust omgaan met (brand)risico’s.