BGBOP: Besluit brandveilig gebruik en de basishulpverlening overige plaatsen

 

Per 1 januari 2018 werd het Besluit brandveilig gebruik en de basishulpverlening overige plaatsen (BGBOP) van kracht. Dit besluit geeft regels over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, voor zover dit niet in andere wetgeving is geregeld. Daarnaast bevat dit besluit regels over de zogenoemde basishulpverlening op die plaatsen.

 

Veel van de regels in dit besluit gaan over plaatsen waar groepen mensen in georganiseerd verband bij elkaar zijn, zoals openluchtfestivals. Ook daar kunnen immers risico’s ontstaan, onder meer wat betreft de brandveiligheid. Als algemeen uitgangspunt geldt dat burgers verantwoordelijk zijn voor hun eigen veiligheid, en dat de meeste burgers zelfredzaam zijn. Maar ook de overheid heeft verplichtingen. Als er op zulke plaatsen brand uitbreekt is er sprake van een extra veiligheidsrisico. Daarmee zijn regels voor het brandveilig gebruik van zulke plaatsen gerechtvaardigd.

 

 

Doelstelling

Dit besluit vormt de uitwerking van artikel 3, derde lid van de Wet veiligheidsregio’s, met als doel te komen tot een landelijke uniforme regeling. Het besluit schrijft voor welke regels voor welke situatie gelden. Uitgangspunt is dat deze regels niet zwaarder zijn dan nodig en dat ze leiden tot beperking van de administratieve lasten voor bedrijven. Het besluit bevat regels die voorheen te vinden waren in de gemeentelijke brandbeveiligingsverordeningen.

 

Risicobenadering

Het besluit bevat een aantal algemene bepalingen over veiligheid, maar is verder gebaseerd op de gedachte dat er alleen een regeling nodig is voor situaties waarin een reëel risico bestaat. Dan geldt een meldingsplicht. Vervolgens beschrijft het besluit waar het risico van vuur, warmte en rook het grootst is, namelijk bij een bepaald aantal mensen in een besloten ruimte; daarvoor bevat het besluit de strengste eisen. In de open lucht zijn die risico’s aanmerkelijk kleiner of afwezig.

 

Meldingsplicht

Het besluit kent uitsluitend een gebruiksmeldingsplicht, en geen gebruiksvergunning-plicht. De situaties waarin een meldingsplicht geldt, komen in belangrijke mate overeen met de eisen die nu zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Alleen bij een verblijfsruimte wordt in dit besluit een groter aantal personen gehanteerd (meer dan 150 personen), omdat aan het gebruik van zo’n ruimte overwegend minder risico’s zijn verbonden dan aan het gebruik van bouwwerken in de zin van het Bouwbesluit 2012.

 

 

Basishulpverlening

Mede naar aanleiding van de brand in het cellencomplex bij Schiphol, in oktober 2005, bleek er onduidelijkheid te bestaan over de vraag wie verantwoordelijk is voor de veiligheid van personen op bepaalde plaatsen. De Arbeidsomstandighedenwet verplicht werkgevers tot het hebben van bedrijfshulpverlening (bhv) en regelt op die manier de zorg van werkgevers voor werknemers. De bouwregelgeving stelt eisen aan gebouwen en andere bouwwerken in; deze zijn vooral gericht op bouwtechnische aspecten van brand en vluchten.

Maar voor bezoekers van bepaalde plaatsen was dit onderwerp niet helder geregeld. Daarom wordt in het BGBOP het begrip basishulpverlening geïntroduceerd. Dit is een samenstel van activiteiten die na een incident moeten worden verricht totdat professionele hulpverleners de hulpverlening overnemen. De basishulpverlening is erop gericht dat incidenten geen of zo weinig mogelijk schadelijke gevolgen hebben voor de aanwezigen. Om alarmering goed te laten verlopen moet er een goede verbinding zijn.

 

Op plaatsen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid over de gebruiksmelding is sprake van extra risico’s. Daarom is een ontruimingsplan voor deze plaatsen verplicht. Een ontruimingsplan bevat, in relatie tot de fysieke eigenschappen van de plaats en in relatie tot het gebruik ervan, alle maatregelen die nodig zijn voor een vlotte ontruiming, zodat de risico’s bij een incident zoveel mogelijk worden beperkt.

 

Omdat het hebben van een ontruimingsplan alléén nog geen waarborg is dat alles volgens plan verloopt, moet de organisator personen aanwijzen die in staat zijn de verschillende onderdelen van de basishulpverlening uit te voeren. Hij moet er ook voor zorgen dat er – in relatie tot de omstandigheden van de plaats en het aantal aanwezigen – voldoende personen zijn aangewezen én aanwezig zijn en dat zij bekend zijn met het ontruimingsplan. Er worden geen specifieke eisen gesteld aan de bekwaamheden van deze personen, maar van een verantwoordelijk organisator mag worden verwacht dat hij ervoor zorgt dat de basishulpverleners op hun taak berekend zijn.

 

Bedrijfshulpverlening en basishulpverlening


De afkorting bhv kent dus twee betekenissen: bedrijfshulpverlening en basishulpverlening. Het besluit stelt dat een organisator ervoor moet zorgen dat er voldoende personen aangewezen en aanwezig zijn die de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, kunnen uitvoeren, en dat het ontruimingsplan bij hen bekend is. Bij kleine evenementen met weinig risico’s zijn mensen die zijn opgeleid als bedrijfshulpverlener een prima oplossing voor de organisator. Zijn er meer risico’s? Dan moet op maat worden gekeken wat hulpverleners moeten kunnen om aan het besluit te voldoen.

 

Meer weten over het BGBOP? Lees dan ons uitgebreide whitepaper.